Familieopstellingen zijn de meest bekende vorm van systemisch werk, gevolgd door organisatieopstellingen. Maar er zijn nog veel meer opstellingen mogelijk!
In principe is elk vraagstuk geschikt om via een opstelling te onderzoeken, en zo inzicht en beweging te krijgen in situaties die ‘vast zitten’. De vraaginbrenger kan een individu of een groep zijn.
Voorbeelden zijn:
- Werksituaties: stress, burn-out, afscheid, werkdoelen, (niet) uit de verf komen, werkrelaties, grensoverschrijdend gedrag.
- Gezondheid: alle lichamelijke en psychosomatische klachten, lichaamsenergie, eetproblemen.
- Emoties: pijn, boosheid, verdriet, angst, schaamte, schuld.
- Relaties: hobbels in relaties met partner, vrienden, buren, buurt, vereniging, gemeente.
- Levensenergie: balans in jezelf, je eigen leven leiden, loyaliteitsconflict, zelfvertrouwen, in contact zijn met jezelf en je eigen kracht.
- Thuis voelen: in jezelf, in je lichaam, in je cultu(u)r(en), in je woning, wijk, stad of land.
- Keuzes: het een of het ander, dilemma’s, bijvoorbeeld rond werk, woonplek, relaties, opleiding, scenario’s.
- Maatschappelijke thema’s: zorg, klimaat, milieu, energie, wonen, asiel, onderwijs, democratie.
Een enkele opstelling rond deze thema’s brengt vaak fundamentele inzichten. Dit kan voor een doorbraak zorgen. Het is ook mogelijk om met meerdere opstellingen een ontwikkelproces te ondersteunen.